Sic transit ...

Op 2 maart 2000 stierf kanunnik Robrecht Stock in Regina Coelite Sint-Andries, onder Christus aan het kruis van Servaes. Die tekening hing vroeger in zijn bureel. Geboren op 19 januari 1904 was hij dus 96 jaar geworden. Voor hij naar de geriatrie vertrok van het AZ Sint-Jan, gaf hij mij de opdracht zijn boeken over te brengen naar de Cultuurbibliotheek in het fonds “Vereniging Stock-Laureyns”. “Mijn vrienden in Leuven kennen mijn intenties”.

Als Vlaams nationalist en overtuigd van het belang van het onderwijs, schonk hij zijn vermogen aan de Vlaamse Leergangen in Leuven. Hij was pas gestorven en de Vlaamse Leergangen lieten zijn huis verzegelen en een klacht indienen tegen onbekenden die het huis zouden leeggeroofd hebben. Na enig gerechtelijk onderzoek werd de klacht blijkbaar verworpen want er werd niets meer over vernomen. De inboedel van het huis werd, in opdracht van de Vlaamse Leergangen, door het veilinghuis Bonte & Sioenop 19 en 20 juni 2001 geveild. Ik heb amper enkele foto’s gekregen (waarvan sommige aan de familie gegeven werden). In zijn huis -  door architect Felix gebouwd – had kanunnik Stock een pronkkamer met antieke meubelen en chinees porselein. Het was een vrij ruime kamer direct rechts na de hall. Ze werd zelden gebruikt maar de kanunnik was er aan gehecht. Ze symboliseerde voor hem de opgang van arm Vlaanderen uit de tijd van zijn grootmoeder Nathalie Keirse. In het vierde nummer van 1990 van Oud Ruysselede heeft hij vol bewondering beschreven hoe zijn grootmoeder zich uit de armoede opgewerkt heeft tot een welstellende zakenvrouw. Van het fortuin van kanunnik Stock heeft de Vlaamse Leergangen het grootste deel bij testament verworven.

De kanunnik herschreef zijn teksten voortdurend. Zo ook zijn doodsprentje en zijn testament. Reeds in de jaren ‘80 had hij zijn pronkkamer beloofd aan de abdij van Male die hij een warm hart toedroeg: “De enige orde van Vlaamse bodem”. Toen de inboedel verkocht werd heb ik de Vlaamse Leergangen herinnerd aan de intentie van de kanunnik. De abdij kreeg toen inderdaad de tafel, zes stoelen en een porseleinen koffieservies.

Toen de kanunnikessen van het H. Graf van de Sint-Trudoabdij, Male gingen verlaten voor een kleinere woning in Sint-Pieters heb ik gevraagd of er nog plaats was voor die meubels van de kanunnik. De abdis schreef op 2 juni 2012: “Vele jaren hebben zij gestaan in de rectorkamer van de abdij. Tot we plots ontdekten dat ze alle aangetast waren door houtmemel. We hebben ze dan ook moeten verwijderen.”

Sic transit gloria mundi. Zelfs de Vlaamse Leergangen bestaan niet meer.


W d S

6 juni 2012